N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Lila Avilés, regisseur Een Mexicaanse filmmaker om in de gaten te houden: haar stijl is simpel én complex, zoals in het impressionistische ‘Tótem’, dat door de ogen van de kleine Sol naar de voorbereidingen van een verjaardagsfeest kijkt.
Als Lila Avilés over haar film Totém praat, zegt ze vaak ‘you know’ en ‘yes’. Alsof ze haar eigen woorden extra wil bevestigen, niet omdat ze niet weet wat te vertellen of omdat haar Engels niet optimaal zou zijn. Na het wereldwijde succes van haar debuut La camarista (2018) – over het leven van een kamermeisje in een luxehotel in Mexico Stad – ging afgelopen winter het impressionistische en zeer persoonlijke Tótem in première op het filmfestival van Berlijn. Ook die film wordt overal even lovend ontvangen. Avilés (1982) doet dan ook iets bijzonders: ze creëert een ragfijn web van licht en duisternis waardoor we naar een dag uit het leven van de kleine Sol kijken, een fijngevoelig meisje dat de voorbereidingen voor het verjaardagsfeest van haar terminaal zieke vader gadeslaat. Het zijn deels haar eigen herinneringen.
„Ik ben een intuïtieve regisseur, heel ontvankelijk voor indrukken. Net als Sol. Deze film is heel persoonlijk, maar het ging me niet om een reconstructie van mijn herinneringen. Ik hou van gelaagde films, die er tegelijkertijd simpel en niet simpel uitzien. Je zou kunnen zeggen dat Tótem gaat over een huis, het specifieke huis waar Sol wacht op het moment dat haar stervende vader Tonatiuh uit zijn kamer komt om zijn 27ste verjaardag te vieren, wat tegelijkertijd het feest van zijn dood is. Maar de film gaat ook over het concept ‘huis’. Wat is een huis? Een plek om te leven, een plek voor ontmoetingen en herinneringen. Het huis is een doolhof, en in die zin ook een metafoor voor de binnenwereld van Sol.”
Sol is een personage dat doet denken aan andere recente films vanuit jongemeisjesperspectief, op de grens van droom en onttoverde wereld: het Ierse The Quiet Girl en het Portugese Alma viva. De hoofdpersonen Sol en Tonatiuh zijn allebei naar de zon vernoemd. Sol in het Spaans en Tona naar de gelijknamige Azteekse zonnegod. Dat is een van de lagen waar Avilés op doelt. Tijdens Covid verdiepte ze zich in het werk van antropoloog en mexicanist Miguel León-Portilla, die onderzoek deed naar het Nahuatl, de taal van de oorspronkelijke bewoners van Mexico. „We kennen alleen de verhalen van de kolonisator, van de overwinnaar, maar er zijn zoveel andere verhalen in Mexico, oudere verhalen, verteld in oudere talen dan het Spaans. León-Portilla beschreef de verschillende vormen van kennis die in die verhalen zijn neergeslagen. Er is niet alleen intellectuele kennis of intelligentie, maar ook emotionele, zintuigelijke, de inheemse kennis van de natuur, van het licht.”
Lees hier de recensie van ‘Tótem’
Een van de boeken die ze las was Visión de los vencidos (De Blik van de Overwonnenen), de verovering van Mexico vanuit Azteeks perspectief. Avilés: „Als vrouwelijke filmmaker uit Mexico worden er meteen zoveel labels op me geplakt: vrouw, Mexicaans. Daar moet ik me van bevrijden. Tegelijkertijd wil ik ook onderzoeken wat dat betekent, vrouw zijn, Mexicaans, een vrouwelijke filmmaker in Mexico. Daarom maak ik films die dicht bij mij staan, en dicht bij de geuren en de kleuren, het licht en het onderbewuste van mijn land.”
Avilés omarmt tegenstrijdigheden: iets kan zo zijn én zo. In Tótem is de oude huispatriarch als psychoanalyticus misschien de letterlijke stem van de westerse rede, maar die stem is hij door keelkanker kwijtgeraakt. Ondertussen bezoeken waarzeggers, geestenuitdrijvers en sjamanen het huis en zet een vuurballon die de feestgangers oplaten de boel bijna in de fik. „Alles in onze wereld is zo strikt en vastgelegd, onze ogen zijn zo geschoold door alle digitale beelden die we voortdurend op onze mobiele telefoons bekijken. Daarom wilde ik een film maken die gevoelens kan oproepen. En het gevoel dat je naar gevoelens zit te kijken.”
Voordat het te esoterisch wordt, heeft ze een concreet voorbeeld. Ze vergelijkt haar werk met dat van de geluidspersoon op set: „Die hoort alles, maar in de geluidsmix filteren we sommige geluiden weg en halen we andere naar de voorgrond. Zo is het met onze waarneming ook. Dat kan alleen als je alert bent. En dat is wat ik bedoel met intuïtie: in het moment zijn.”
Volgens Avilés is dat ook waar de magie van haar film ontstaat, als je in het moment bent kun je aan de tijd ontstijgen. En film kan dat bij uitstek: er zijn terugkerende momenten in Tótem waarop het lijkt alsof de tijd wordt stilgezet. In de Azteekse cultuur, vertelt ze, zijn er diverse tijdsbegrippen die naast elkaar lopen: „Als het raderwerk van een ingewikkelde klok: de tijd van de dagen en de tijd van de jaren. Alles is cyclisch, en via een astronomische kalender werden zowel hoogtijdagen als de landbouw georganiseerd. In Tótem loopt die klok vast. Er ontstaat chaos. Maar ook weer niet. Yes!”